Tim Krul was dé held van Oranje in de kwartfinale tegen Costa Rica op het WK. Na de fabelachtige wissel met eerste doelman Jasper Cillessen, keepte hij het Nederlands elftal naar de halve finale door twee strafschoppen te stoppen. In gesprek met het AD legt de zevenvoudig Oranje-international uit hoe hij van de opmerkelijke wissel van de toenmalige bondscoach Louis van Gaal een magistraal succes maakte.
Vooraf had Krul allerlei statistieken in z’n hoofd, maar die gooide hij na de eerste rake penalty van Celso Borges over boord. ‘Vanaf dat moment ging ik volle bak mijn eigen ding doen. Beetje Haagse Bluf. Dat komt dan vanzelf naar boven, zit in me. Je moet er staan, iets uitstralen’, vertelt Krul bijna een half jaar later. ‘Ik weet niet meer precies wat ik heb gezegd. Het was in het Engels geloof, ik. Misschien heeft het geholpen, misschien niet.’
Krul haalde alles uit de kast om uiteindelijk te kunnen zegevieren. Zo liep hij voortdurend op de tegenspelers af met drukke handgebaren en teksten. Dit, tot ergernis van voormalige keepers Oliver Kahn en Jean-Marie Pfaff. ‘Zij waren vroeger natuurlijk heilige boontjes… Wat een flauwekul’, reageert Krul nu. ‘Het ging me om mijn land, dát moest door naar de halve finale. Maar pas later besef je wat er echt gebeurd is. Dat het toch ook niet zomaar een wedstrijdje was.’
