In de jeugd konden ze elkaar niet luchten of zien. Nu spelen ze samen bij het Nederlands elftal. Quincy Promes en Memphis Depay zijn misschien wel de aanvallers waar het in de komende jaren allemaal om draait bij Oranje. Reden voor De Telegraaf om een gesprek aan te knopen met Promes.
De aanvaller van Spartak Moskou maakte een uitstekend debuutseizoen door in Rusland, waarin hij twee keer werd verkozen tot Speler van de Maand. Promes sloot het seizoen zaterdag in stijl af. Met twee doelpunten was hij wederom de grote uitblinker bij Spartak, dat met 3-3 gelijkspeelde tegen Amkar Perm. De 23-jarige Amsterdammer kan zich maandag dan ook met een goed gevoel melden bij het Nederlands elftal.
In Hoenderloo loopt hij onder anderen Depay weer tegen het lijf. Als jeugdspeler van FC Twente moest hij niks hebben van de PSV’er. ‘Het is wel grappig dat we elkaar vroeger niet zo mochten. In de jeugd was Memphis het mannetje bij PSV en ik het mannetje bij FC Twente. We wilden altijd van elkaar winnen en dat ging er heftig aan toe’, vertelt Promes. ‘Maar nu zijn we maatjes.’
Het stemt Promes tevreden dat zowel Depay als hij het zo ver heeft geschopt. Toen de transfer van Depay naar Manchester United bekend werd gemaakt, overheerste dan ook een trots gevoel bij de drievoudig international. ‘Ik vind het geweldig voor hem dat hij zo’n schitterende transfer heeft gemaakt’, aldus Promes, die afgelopen zomer al de Eredivisie verliet. (Foto: Дмитрий Садовников, Wiki Commons)
