Rob Rensenbrink bezorgde het Nederlands elftal in 1978 bijna de wereldtitel, maar de aanvaller schoot in de slotminuut van de WK-finale tegen Argentinië bij een gelijke stand op de paal. 37 jaar later onthult de voormalige Oranje-international in een interview met het sportblad Helden dat hij lijdt aan de spierziekte PSMA. Die aandoening wordt gezien als het broertje van de dodelijke spierziekte ALS, waar Fernando Ricksen al een kleine twee jaar aan lijdt.
De oud-voetballer heeft al een aantal jaar spierklachten, zonder dat hij wist dat hij leed aan een spierziekte. ‘Drie jaar geleden op vakantie zei m’n vrouw ineens: ‘Wat tril je toch?’ Ik had een gevoel van kramp in m’n armen; ineens. Als ik met m’n arm schudde, verdween het weer’, beschrijft Rensenbrink de eerste symptomen van zijn ziekte.
Afgeleide van ALS
‘Vorig jaar ben ik toch maar naar het AMC gegaan en na een onderzoek, met elektrische schokken over m’n hele lichaam, stelden ze daar vast: u hebt PSMA, een ALS-variant. En dat kán ALS worden’, zegt de inmiddels 68-jarige Rensenbrink. Gelukkig is de situatie al drie jaar stabiel. Ik word elk half jaar gecontroleerd en voel me ook niet ziek. Maar het kan erger worden en er zijn nog geen medicijnen, al wordt er veel onderzoek gedaan’.
‘Zelf ben ik me er ook wat in gaan verdiepen. Een tiental oud-profs in Italië heeft het ook. Dan vraag je je toch af: waarom? Hebben we misschien te veel van onze spieren gevergd?’, vervolgt de 46-voudig international. ‘Topsport is natuurlijk niet gezond: iedere keer weer over je grens heen gaan. Ach, ik wacht rustig af of en hoe het zich gaat ontwikkelen. Ongerust ben ik niet en ook niet bang. Maar toch is het vervelend als je zomaar begint te trillen. Zit je net te eten en dan … Nou ja, even schudden en dan verdwijnt het weer.’ (Foto: Joost Evers/Anefo, Wiki Commons)
