Van der Wiel was op van de zenuwen voor aftrap WK-finale

Gregory van der Wiel was pas 22 jaar oud toen hij op 11 juli 2010 als basisspeler van het Nederlands elftal mocht beginnen aan de WK-finale tegen Spanje (1-0 verlies). Vijf jaar later vertelt de verdediger van Paris Saint-Germain dat hij het in de catacomben van het Soccer City stadion in Zuid-Afrika niet meer hield van de zenuwen.

‘Er was een klein meisje dat mijn hand vasthield toen we de tunnel uitliepen richting het veld’, herinnert Van der Wiel zich nog. ‘Zij was totaal niet bevangen door het moment, glimlachte van oor tot oor. Maar ik, ik was zo nerveus dat ze waarschijnlijk heeft gedacht: ‘Waarom knijpt deze man mij zo hard in mijn hand?”, schrijft de 44-voudig international in een column voor The Players Tribune.

De gang richting het veld zal Van der Wiel altijd bijblijven. ‘Ik zal nooit de lichten vergeten. Ik liep het veld op en werd weggeblazen door het geflits van camera’s en mobiele telefoontjes. Er waren 84.000 mensen in het stadion in Zuid-Afrika. Stel je eens voor dat je ’s nachts naar de hemel kijkt en 84.000 flitsen ziet. Wat een droom.’

Voor de aftrap besefte Van der Wiel zich wat voor een bevoorrecht mens hij was. ‘Terwijl de volksliederen werden gespeeld, dacht ik aan hoeveel kleine kinderen ervan dromen om te starten in de WK-finale. Ik ben eens via Google gaan uitzoeken hoeveel kinderen er op de wereld zijn. Twee miljard! Hoeveel houden er van voetbal? Ten minste één miljard, toch?’, filosofeert de 27-jarige Nederlander. ‘En juist ik stond op het punt om als één van de 22 mensen op deze wereld te starten in de WK-finale. Waarom zat ik in die bevoorrechte positie? Dat gevoel overvalt mij, zelfs nu nog.’ (Foto: TBWA/Busted)

 

Praat Mee!