Het Nederlands elftal moet zondagavond in de heksenketel van Konya een resultaat zien weg te slepen om uitzicht te blijven houden op kwalificatie voor het EK in Frankrijk. Lukt dat niet, dan dreigt Oranje voor het eerst sinds het WK van 2002 weer een eindtoernooi te moeten missen. Ronald de Boer maakte destijds onderdeel uit van de ploeg die onderuit ging tegen Ierland (1-0), waardoor Nederland een voetbalvrije zomer beleefde in 2002.
Niet Nederland, maar de Ieren eindigden daardoor als tweede in de poule en plaatsten zich uiteindelijk voor het WK. ‘We hadden toen een ongelooflijk goede groep, maar het zat allemaal tegen. Na een fantastisch WK 1998 en een goed EK 2000 liep het toen opeens mis, vergelijkbaar met de situatie nu na de derde plaats op het WK in Brazilië vorig jaar’, trekt De Boer een parallel tussen de kwalificatiereeks voor het WK van 2002 en het EK van 2016.
De oud-aanvaller van het Nederlands elftal benadrukt dat het tegen Turkije alleen draait om het resultaat. ‘We hebben de kwaliteit om Turkije te verslaan. Het hoeft niet mooi. Het is vooral belangrijk om het achterin dicht te houden. Met jongens als Memphis Depay en Quincy Promes is er dan voorin creativiteit om een doelpunt te maken’, speculeert De Boer tegenover De Telegraaf op een basisplaats voor Promes.
Geloof in plaatsing voor EK
Dat Nederland nog op de derde plaats staat in groep A van de EK-kwalificatie, heeft het vooral te danken aan Letland. De Oost-Europeanen snoepten vrijdag in de slotfase een punt van Turkije af, dat verdiend had te winnen. De Boer denkt dat het nog lastig gaat worden om de voorsprong van één punt op Turkije te verdedigen, maar gelooft wel nog altijd in de kansen van Oranje. ‘De spelers weten nu waar het om gaat, dus ik ben benieuwd hoe het team omgaat met de spanning. De ervaren spelers zullen de onervaren jongens bij de hand moeten nemen. Het is eigenlijk al één over twaalf, maar toch hebben we nog een kans’, aldus de 67-voudig international.
