Met een grote glimlach op zijn gezicht baande Eljero Elia zich maandagmiddag een weg door de menigte journalisten die zich hadden verzameld voor de deuren van Huis ter Duin. Na drie jaar kreeg hij eindelijk weer een uitnodiging voor het Nederlands elftal.
Elia is ontzettend blij met zijn uitverkiezing, maar nu hij er eenmaal bij is, wil hij ook speelminuten gaan maken. Een basisplaats lijkt iets te veel van het goede met Memphis Depay als directe concurrent op de linkerflank. ‘Het zou geweldig zijn als ik tegen Kazachstan en Tsjechië hetzelfde kan doen als de afgelopen weken bij Feyenoord: acties maken, scoren en belangrijk zijn’, zei de zomerse aanwinst van Feyenoord tegen De Telegraaf.
‘Ik had veel meer interlands kunnen spelen, maar ik kijk niet meer naar het verleden en blik alleen nog maar vooruit. De mensen weten waartoe ik in staat ben’, doelde Elia op zijn prestaties in het verleden, waardoor hij onder meer mocht invallen in de WK-finale tegen Spanje in 2010. ‘Dat ik lang niet in beeld ben geweest bij Oranje, verwijt ik mezelf. Ik kijk niet naar anderen. En ik neem mezelf heel veel kwalijk. Dat ik niet alles eruit heb gehaald’, aldus de 28-voudig international.
Elia steekt hand in eigen boezem
‘Ik had extra dingen voor mezelf moeten doen en heb met Juventus en Werder Bremen qua clubs verkeerde keuzes gemaakt. Al was elke beslissing op sportieve gronden, want ik heb nooit voor het geld gekozen’, verdedigde Elia de keuzes die hij de afgelopen jaren heeft genomen, nadat hem een grote toekomst werd voorspeld bij zijn vertrek bij FC Twente in de zomer van 2009. ‘Het was me er altijd om te doen écht voetbal te spelen. Helaas werden dingen anders voorgespiegeld dan ze waren of kwamen mensen afspraken niet na. Maar nogmaals, ik steek de hand alleen in eigen boezem’, zocht Elia de schuld bij zichzelf.
