Memphis Depay en Robin van Persie waren zaterdagavond bij uitstek de twee meest in het oog springende spelers bij Oranje. Depay was vooral voor rust van waarde en Van Persie liet zien het scoren nog niet verleerd te zijn.
Ondanks een goed optreden blijft Depay erop hameren dat hij alles moet geven voor een WK-ticket. ‘Als ik meetrain met de grote jongens merk ik dat het tempo hoog is, maar dat ik wel kan meekomen. Ik kijk veel wedstrijden op het hoogste niveau. Daarin gebeuren dingen waarvan ik nog veel van kan opsteken. Als je ziet hoe Robin van Persie de bal aanneemt, dat is wereldklasse. En dat ben ik nog niet. Maar dit is hopelijk wel weer een stap daar naartoe. Door de trainingen hier word ik beter’, zo zegt hij in De Telegraaf.
Depay was niet de enige die kritisch was en blijft op zijn spel. Ook zijn bondscoach Louis van Gaal had mindere dingen gezien. ‘Memphis speelde een aardige eerste helft, deed ook wel wat we hadden gevraagd. Maar na rust ging hij weer terug naar zijn oude stijl. Een beetje draaien, wenden en keren, terwijl hij veel meer rendement haalt door direct te kaatsen en weer in de spitspositie te komen. Ik denk wel dat hij één van de betere spelers was.’
Van Persie
Van Persie had ook alle reden om zijn ogen uit te kijken. De spits van Manchester United speelde misschien wel met het meest onervaren elftal ooit. ‘Als je voor de eerste keer zo speelt, is het wennen. We hebben nu deze wedstrijd gehad en de komende week in Portugal kunnen we daarop voortborduren. We trainen een week lang elke dag twee keer. Dus we kunnen onze borst nat maken. Of we ook tegen mindere tegenstanders dit systeem moeten spelen? Dat moet je aan de bondscoach vragen. Met iets meer geluk hadden we deze wedstrijd met 3-1 gewonnen.’ (foto: Pro Shots)
